Henry de Jong bouwt aan een database van Zaankanters en heeft inmiddels ruim 187.000 namen aan zijn stamboom toegevoegd. Hoe is het zo ver gekomen?

“Ik ben 15 jaar geleden begonnen. Mijn vader leefde nog en hij had een boekje liggen met wat namen van zijn vaders kant, namelijk van de familie Jak. Ik wist helemaal niet dat we daar familie van waren! Mijn grootmoeder heb ik nooit gekend. Over familie werd verder niet veel gesproken. Ome Bert Jak de schoenmaker kwam in die tijd aan de deur. Ik dacht dat mijn vader hem gewoon zo noemde, maar hij bleek echt een oom te zijn!”

Henry de Jong op de studiezaal

Genealogie is als verliefd worden

“Ik begon in het archief op de Hoogstraat om de families De Jong en Jak uit te zoeken. In het begin zitten er nog veel gaten in je stamboom: geen datum, geen namen. Maar door nader onderzoek vul je die gaten steeds meer op en breid je de stamboom steeds verder uit. De meeste voorouders van mij zijn honkvast en komen uit Krommenie, maar inmiddels is er ook een deel van Assendelft en Uitgeest bij gekomen. Er staan nu 187.614 namen in de database! Genealogie is als verliefd worden: je begint ermee en je kan niet meer stoppen.”

Omdat een stamboom al gauw ontspoort in vele vertakkingen, zijn er (gratis) programma’s om alles in te noteren. Henry gebruikt het programma Aldfaer. “Ik noteer van iedereen – indien mogelijk – de geboortedatum, datum van inschrijving, ouders en grootouders, datum van overlijden, beroep, huwelijk, wederzijdse ouders. Alle feiten die in de officiële geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten staan.”

Van zijn eigen familieleden zoekt Henry ook diepgang: waar hebben ze exact gewoond? Wat voor beroep hadden ze? Zijn ze met justitie in aanraking geweest? “Jacob de Jong, geboren in 1821, woonde met zijn tweede vrouw en een oudere dame in één huis. Die dame kon ik eerst niet plaatsen, maar dat bleek de moeder van Jacobs tweede vrouw. Zij en haar echtgenoot hadden in een heropvoedingskolonie van de Maatschappij van Weldaad gezeten. Dit ontdekte ik op een genealogiedag van de Nederlandse Genealogische Vereniging. Als je zelf iemand niet kan vinden in het archief, helpen ze je daar verder.”

Microfiches

Maar die verhalen zijn voor Henry nu niet het belangrijkste: eigenlijk is hij gewoon lekker bezig en bouwt hij gestaag verder aan zijn database. Eén dag per week zien we hem op de studiezaal in het archief. “Op dit moment ben ik bezig met de overlijdensaktes van Assendelft: dat doe ik liever op de studiezaal dan thuis, omdat de tekst makkelijker te lezen is op microfiche dan op internet.”

“Thuis zoek ik wel op Wiewaswie.nl, maar daarna check ik alles in de originele aktes. Het digitale tijdperk begint eigenlijk pas, we kunnen wel denken dat we alles al weten, maar nog lang niet alle papieren archieven staan op internet.”

“Op de microfiches vind je geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten vanaf 1811. De ouders staan daar ook op, dus daarmee kan je de stamboom terugzoeken tot ongeveer 1700. Opvallend genoeg gaan veel mensen dood in Zaandam en niet in Krommenie: waarschijnlijk komen ze in het ziekenhuis te overlijden, maar dat vraagt nader onderzoek. Al die geboortes, huwelijken en overlijdens: het blijft een leuke puzzel om daar conclusies uit te trekken.”

Een helpende hand

“Als ik andere studiezaalbezoekers een vraag hoor stellen, hoor ik regelmatig bekende namen. Ik kan mensen dan verder helpen met de informatie uit mijn database. Of met kennis die ik al doende heb opgedaan: wist je dat de Dorpsstraat in Assendelft vroeger de Algemene weg heette?”

“De database staat op mijn eigen computer, maar zowel bij het Historisch Genootschap Crommenie (HGC) als bij het Gemeentearchief ligt inmiddels een kopie. Ik ben sinds 7 jaar lid van de HGC en help daar bij het project om oude kadasterkaarten op elkaar te leggen. Op de genealogiedag van de HGC komen er altijd mensen met vragen, dan zit ik achter de computer om te helpen met hun onderzoek. Ook met het programma Aldfaer kan ik helpen; ik ben geen computerfreak, maar inmiddels wel handig met dat programma!”

Puzzels

Henry komt van de Militaireweg en woont met zijn vrouw nog altijd in Krommenie. Hij heeft 34 jaar bij Cacao De Zaan gewerkt: eerst als elektromonteur, later als storingsmonteur en procesoperator. Het oplossen van puzzels heeft hem dus altijd al aangetrokken. Zijn vrouw, drie zonen en vijf kleinkinderen staan uiteraard ook in de database. De meesten wonen als vanouds nog in Krommenie.

Militaireweg te Krommenie, rond 1900

Foto: Gemeentearchief Zaanstad

Hoe nu verder?

Hoe moet het nu verder met de database? “Ik heb de boel pas over 80 jaar rond! Aan het uitzoeken van de achtergrondverhalen ben ik nog helemaal niet toegekomen. Ik hoop dat iemand de database overneemt: één van mijn zoons of het HGC bijvoorbeeld. Het is zo jammer dat veel mensen onderzoek doen en dat in de kast leggen, want dan gaat het verloren voor anderen.”

“Nog een goed advies voor jongere lezers: begin al vroeg met het uitzoeken van je stamboom! Dan heb je nog tijd om vragen te stellen aan je ouders èn voldoende tijd om de verhalen uit te zoeken.”

Onlangs heeft Henry een jong hondje in huis gehaald, een Kooikerhondje. “Met stamboom? Welnee, dat interesseert me niet! Als het maar een lief beest is.”