Uw zoekacties: Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, departement Koog-Zaandijk

PA-0009 Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, departement Koog-Zaandijk

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis van de archiefvormer
PA-0009 Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, departement Koog-Zaandijk
Inleiding
1.
Geschiedenis van de archiefvormer
Het departement Koog-Zaandijk van de Maatschappij tot Nut van’t Algemeen werd opgericht op 22 november 1788. Initiatiefnemer was de doopsgezinde predikant Pieter van Dokkenburg, die een vergadering bijeenriep in het weeshuis van de doopsgezinde gemeente te Koog aan de Zaan. De vergadering werd bijgewoond door 23 personen. Zij en nog drie anderen die niet aanwezig waren geweest bij de vergadering, traden toe als lid van het nieuwe departement. Tot bestuurders werden gekozen: ds. Pieter van Dokkenburg, ds. J.A. Hachenberg, ds. Jan Visser, Gerrit Cornelisz. Honigh, penningmeester, en Jan van Vleuten, secretaris. Men kwam afwisselend bijeen in herberg de Zwaan in Zaandijk en in herberg de Prins, later de Waakzaamheid in Koog aan de Zaan. * 
De Maatschappij tot Nut van’t Algemeen probeerde het welzijn van het gewone volk te bevorderen in een tijd waarin er grote armoede en maatschappelijke verschillen bestonden en de overheid nog zeer terughoudend was. Men geloofde dat deugd en kennis gelukkig maakten en dat dit ook zou zorgen voor een geordende maatschappij.
Vanuit deze ideeën stimuleerde de Maatschappij tot Nut van't Algemeen in de eerste plaats het onderwijs. Dit gebeurde met de uitgave van schoolboeken, het bijwonen van examens, prijsuitreikingen voor de beste leerlingen en de oprichting van scholen (bewaarscholen voor kleine kinderen, lager onderwijs en herhalingsscholen voor wie niet meer naar school ging). Ook richtten de departementen van de Maatschappij bibliotheken op en spaar- en kredietbanken. Ter verbetering van de sociale omstandigheden kwam men onder andere met initiatieven op het terrein van huisvesting en werkgelegenheid. Vanaf ongeveer 1860 werden lezingen en cursussen georganiseerd. In Koog-Zaandijk heetten deze lezingen volksvergaderingen. Ze vonden viermaal per jaar plaats, van november tot en met februari. * 
Het hoofdbestuur van de Maatschappij tot Nut van’t Algemeen was gevestigd in Amsterdam. Eenmaal per jaar schreef het hoofbestuur een algemene vergadering uit, waar alle departementen hun afgevaardigden heenzonden. Wetten en reglementen werden ter goedkeuring voorgelegd aan het hoofdbestuur. Ook gaf het hoofdbestuur tal van educatieve boeken en tractaatjes uit, die gebruikt konden worden bij de lezingen voor het volk. Voor het overige waren de departementen in hoge mate autonoom.
Rond 1840 telde de Maatschappij 242 departementen. Het departement Koog-Zaandijk telde op dat moment 125 leden. Niet iedereen kon lid worden van het Nut. Joden werden op grond van hun godsdienstige achtergrond uitgesloten tot 1864. Vrouwen traden pas toe als lid vanaf ongeveer 1900. Wel konden beide groepen als toehoorder aanwezig zijn bij de maandelijkse bijeenkomsten van het Nut. Dan ontmoetten de leden van het departement elkaar en werden lezingen gehouden over een breed scala van onderwerpen, van godsdienst en ethiek tot economie, geschiedenis, letterkunde en sociale vraagstukken. * 
Zeker tot aan de Eerste Wereldoorlog speelde de Maatschappij tot Nut van’t Algemeen een grote rol in het maatschappelijk leven. Veranderingen traden op, doordat de overheid steeds meer verantwoordelijkheid nam voor bijvoorbeeld het onderwijs en doordat ook andere groepen zich gingen organiseren, zoals de confessionelen en de arbeiders. In 1887 voltrok zich een crisis, toen mr. A. Kerdijk, secretaris van het hoofdbestuur van de Maatschappij, optrad als redacteur van een sociaal weekblad dat het algemeen kiesrecht propageerde. Gedurende de periode 1885 tot en met 1918 nam de Maatschappij in haar landelijke statuten op, dat ook de sociale kwestie – de verheffing van het arbeidsvermogen en de levensstandaard der werklieden - een van de doelstellingen van de Maatschappij was. * 
Onder invloed van de verzuiling (ca. 1920-1960) verloor de Maatschappij haar algemene, brede karakter en werd ze een van de stromingen naast de protestantse, katholieke en socialistische zuil. Met de opkomst van de verzorgingsstaat (vanaf ca. 1960) kwam een eind aan de rol van de Maatschappij in het welzijns-en vormingswerk en verschoof het werk van de departementen naar in hoofdzaak culturele en recreatieve initiatieven voor de eigen leden. In deze periode werd ook uit de statuten geschrapt, dat de Maatschappij tot Nut van’t Algemeen gebaseerd was op de christelijke gezindte. * 
Instellingen die waren verbonden met het departement Koog-Zaandijk, waren de Nutsbibliotheek (22 november 1833-31 mei 1977), de Nutsspaarbank (12 december 1818-31 december 1966), de Maatschappijen van Moederlijke Liefdadigheid in Koog en Zaandijk (1839-1955/1954), de school voor handenarbeid (1889-ca. 1910) en de Nutskleuterschool (1947-31 december 1955).
In 1796 richtte het departement Koog-Zaandijk een leesgezelschap op, dat gratis boeken uitleende aan wie zelf geen boeken kon aanschaffen.
Op 22 november 1833 werd dit leesgezelschap omgezet in een leesbibliotheek (de Volksbibliotheek), die bemand werd door vrijwilligers en beheerd door een bibliothecaris en zes commissarissen. Zij kozen uit hun midden een voorzitter, penningmeester en secretaris. De bibliotheek was ondergebracht in het gemeentehuis van Zaandijk en had in 1842 215 ingeschreven lezers. Zij konden kiezen uit 830 boeken en lazen gemiddeld 20 boeken per jaar. * 
In 1892 vond een reorganisatie plaats. Initiatiefnemer was Jacob Vis Gz., die de collectie van de bibliotheek uitbreidde met boeken over technische en hygiënische onderwerpen en over deze onderwerpen wekelijkse voordrachten organiseerde. Hij had een bibliotheek voor ogen, die een levensloop omspande (schoolbibliotheek, jongerenbibliotheek, volksbibliotheek). Er kwam een nieuwe catalogus, die huis aan huis werd verspreid. De bibliotheek was iedere zaterdag geopend, afwisselend voor de inwoners van Koog en die van Zaandijk. In 1908 verhuisde de Leesbibliotheek naar het nieuwe pand van de Nutsspaarbank aan de Stationsstraat. * 
Van 1877 tot 1891 was er een kinderbibliotheek verbonden aan de Leesbibliotheek, die onder leiding stond van een aantal dames. De kinderbibliotheek was bestemd voor kinderen in de leeftijd van zes tot vijftien jaar. Van 1888 tot 1889 was de kinderbibliotheek gesloten. In 1891 werd de bibliotheek aangeboden aan de gemeente Zaandijk en opgenomen in de schoolbibliotheek. * 
De Nutsbibliotheek werd opgeheven in 1977, toen bleek dat het niet mogelijk was om de bibliotheek om te vormen tot een dependance van de openbare bibliotheek. De boeken en kasten werden verkocht aan de Stichting Openbare Bibliotheek in Zevenhuizen. Voor het Nutsdepartement Koog-Zaandijk was dit een grote stap, want nog in 1971 schreef het bestuur dat het de bibliotheek tegen elke prijs in stand wilde houden. * 
De Nutsspaarbank werd op 12 december 1818 opgericht om minder vermogenden in de gelegenheid te stellen wat geld te sparen voor de toekomst. Aanleiding voor de oprichting was een oproep van het hoofdbestuur, dat hiermee een wens van koning Willem I volgde. De bank stond onder leiding van zes commissarissen: drie voor Zaandijk en drie voor Koog aan de Zaan.
De bank werd in 1834 geliquideerd. Waarschijnlijk gebeurde dit onder invloed van de Belgische Opstand, die een waardedaling van de staatsfondsen tot gevolg had. In 1835 ging de bank weer open, maar nu met bepalingen die meer recht deden aan haar doelstelling: de inleggelden konden niet meer zo hoog zijn en de rente werd variabel gehouden. In 1870 telde de spaarbank 140 deelhebbers, onder wie veel dienstboden en minderjarigen. Het geld werd belegd in 4%-obligaties van de gemeente Koog aan de Zaan. De departementale kas was aansprakelijk en stond borg voor de uitbetaling van het spaargeld. * 
Tussen 1878 en 1887 organiseerde de spaarbank het school- en kindersparen voor ‘een hoed, een mantel, een paar schaatsen’. Er werden driehonderd busjes uitgezet, maar omdat de spaarbank dit toch te veel werk vond werd het schoolsparen overgedragen aan het departement. Na het overlijden van de boekhouder, J. Bakker Dz., in 1883 bleek fl 15.000,00 verduisterd te zijn. Er waren geen reserves en het duurde tien jaar voordat het gat was gedicht. * 
Onder het bestuur van de Nutsspaarbank viel vanaf 1872 ook een Hulp- of Voorschotbank, die ‘ambachtslieden, handwerkslieden, neringdoende en andere personen’ met een geldelijk voorschot ondersteunde in hun bedrijf of beroep, ter vrijwaring tegen verarming. Wie een voorschot ontving moest onder andere kunnen lezen en schrijven. Het bestuur van de Hulpbank hield wekelijks zitting in het gemeentehuis te Koog aan de Zaan. * 
In 1904 werd de Nutsspaarbank een zelfstandige stichting met eigen kapitaal. Statutair bleef de mogelijkheid gehandhaafd dat de bank jaarlijks een percentage van de gevormde reserve aan het departement afdroeg. De bank verhuisde in 1907 naar een nieuw gebouw aan de Stationsstraat, ‘ongeveer precies op de grens van Zaandijk en Koog’. Vanaf 1955 werden de commissarissen direct door het bestuur van de Spaarbank benoemd. * 
Onder invloed van concurrentie en schaalvergroting fuseerden de Nutsspaarbanken van Koog-Zaandijk en Zaandam in 1967 tot Stichting de Nutsspaarbank voor de Zaanstreek met bijkantoren in Krommenie en Wormerveer. De bank was verbonden aan het departement Zaandam. De Nutsspaarbank Koog-Zaandijk legde fl.12,5 miljoen in en een reserve van fl. 667.000,-. In 1971 vond een fusie plaats met de Spaarbank voor de Stad Amsterdam. * 
De Maatschappijen van Moederlijke Liefdadigheid in Koog en Zaandijk werden opgericht in navolging van vergelijkbare initiatieven in onder andere Zaandam en Westzaan. Doelstelling was de ondersteuning van armlastige kraamvrouwen met onder andere kraamhulp, voedsel en kleding. Zie voor meer informatie de inleidingen bij de archieven PA-0020 en PA-0023.
Bij de viering van het honderdjarig bestaan van het departement Koog-Zaandijk in 1888 ontstond het idee voor een school voor handenarbeid. In 1889 werd begonnen met houtsnijden en kartonnage. De school heeft waarschijnlijk gefunctioneerd tot ca. 1910. * 
De Nutskleuterschool werd opgericht in 1947 om in openbaar (algemeen) onderwijs te voorzien. De school werd opgeheven op 31 december 1955 en overgedragen aan de gemeente als gevolg van de nieuwe wet op het kleuteronderwijs. * 
Het departement Koog-Zaandijk was dus vanaf de oprichting op veel terreinen actief. Andere voorbeelden dan de al genoemde zijn: een boekenfonds voor de publicaties van het Nut voor leerlingen en anderen; een klompenmakerij ter bestrijding van armoede (1847); maatregelen ter bestrijding van overvloedig drankgebruik; de Maatschappij tot verbetering van de huisvesting der minder gegoede volksklasse in Koog aan de Zaan, opgericht onder invloed van J.J. Kerbert en T. Duyvis (1861); subsidie voor het zangonderwijs op school; een Floralia-tentoonstelling (1878) en subsidie voor de Vereniging onze kinderen voor Floraliawerk en openluchtspelen (1906), beide in Koog aan de Zaan; de verstrekking van toegangskaartjes aan het Instituut voor Arbeidersontwikkeling in de jaren dertig. * 
Een bijzondere rol speelde Jacob Vis Gz. met zijn cursussen voor volwassenen, de zogeheten university extension. Vanaf 1899 organiseerde hij een serie cursussen over gezondheidsleer, elektrotechniek en handelsrecht. De cursussen maakten deel uit van een experiment in Nutsverband met wetenschappelijke leergangen voor volwassenen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden deze cursussen beëindigd. * 


Toen in 1974 de nieuwe gemeente Zaanstad gevormd werd, ontstond bij de besturen van de Nutsdepartementen van Zaandam, Krommenie en Koog-Zaandijk het plan om een federatie aan te gaan. De andere Nutsdepartementen in de Zaanstreek waren inmiddels opgeheven. Het plan was om onderling de taken te verdelen: Zaandam zou het educatieve element verzorgen, Krommenie het verstrooiende en Koog-Zaandijk het beschouwelijke. In de praktijk verliep de samenwerking moeizaam.
In 1977 besloot het Nutsdepartment Koog-Zaandijk te fuseren met het Nutsdepartement Zaandam. De fusie werd op 31 december 1977 een feit. Het nieuwe departement werd juridisch een voortzetting van het in 1789 opgerichte Zaandamse departement en kreeg de naam Zaanstad-Zuid. Het departement telde 220 leden. * 
2. Geschiedenis van het archief
3. Openbaarheid
4. Verantwoording van de bewerking
5. Handleiding voor de gebruiker
6. Archiefvormer

Kenmerken

Datering:
1788 - 1977 (1978, 1979)
Gemeente:
Koog-Zaandijk
Omvang in meters:
0,85
Toegang:
Inventaris
Openbaar:
Ja
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld.
Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Gemeentearchief Zaanstad. Toegang PA-0009 Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, departement Koog-Zaandijk
VERKORT:
NL-ZdGAZPA-0009