Henk Roovers kennen we bij het archief als vaste studiezaalbezoeker. Al sinds 1968 komt de oud-onderwijzer in het archief. Voor Zaanse archieven ging hij in de beginjaren naar het Honig Breethuis, bij particulieren langs en naar het Huis der Cardinalen op de Hogendijk in Zaandam, destijds de locatie van het Gemeentearchief. Henk volgde het Gemeentearchief naar het Prins Bernhardplein, de Hoogstraat en komt nu naar het Stadhuisplein.

Onderwijzer op lagere school naast Het Pink

Zijn eerste baan had Henk als onderwijzer op de lagere school in Koog aan de Zaan in de buurt van molen Het Pink. In zijn klas zaten de kinderen van de familie Honig, de oude bezitters van die molen. Henk vroeg één van de ouders om over de molen te vertellen in de klas. Want waarom zouden de kinderen over Parijs leren als de geschiedenis naast de school staat?

“Hele woensdagmiddagen prikte ik met de kinderen molens op een plattegrond met verschillende gekleurde speldjes. Samen maakten we tentoonstellingen over de buurt en de Zaanse Schans. Ouders en buurtgenoten stonden daar voor in de rij!”

Verwondering bij kinderen

Verwondering is het belangrijkste aspect van onderwijs. Kinderen moeten zelf vragen stellen. Over natuur, aardrijkskunde en geschiedenis. Als Henk geen antwoord wist, dook hij de archieven in om het antwoord te zoeken.

Wat dat betreft was Henk zijn tijd ver vooruit: nu vinden we het vanzelfsprekend dat kinderen de molen in de buurt van hun school bezoeken, maar Henk had er soms herrie over met de hoofdonderwijzer. Hij hield echter vol en was zeer tevreden toen zijn ideeën over lesprogramma’s in je eigen buurt in het landelijk curriculum werden opgenomen, vlak voor zijn afzwaaien in 2001.

De Rozemarijntjes en de familie Kardinaal

Met een 10 voor geschiedenis op zijn eigen schoolexamen mag je wel spreken van een aangeboren interesse. Als Henk in een archief zoekt, komt hij telkens nieuwe verhalen tegen waarover hij zelf meer wil weten. “De Rozemarijnesteeg bijvoorbeeld, die nu onder de Beatrixbrug ligt: mooie naam, maar waar kwam die vandaan? Rozemarijntjes, dat waren vroeger de publieke vrouwen. Logisch dat een steeg in de buurt van de haven zo genoemd werd, waar scheepslui hun vertier zochten.”

“Als ik iets niet begrijp, wil ik het uitzoeken. Als ik een boek niet begrijp, ga ik terug naar de bron in het archief. Voor mijn onderzoek naar scheepsbouw in het Zaandam van de 17e en 18e eeuw heb ik mezelf paleografie geleerd uit een boek, want ik wilde de oude handschriften kunnen lezen. Er waren wel cursussen voor, maar ik had geen zin om daar maanden op te wachten!”

“Ik hou niet van ‘waarschijnlijk’, ik wil het gewoon zeker weten. Een voorbeeld: mogelijk bouwde de familie Nen in 1636 een schip voor Kardinaal de Richelieu. Daarna heette de familie Cardinaal. Van deze familie was het huis op de Hogendijk dat later Huis der Cardinalen werd genoemd.” Waarschijnlijk heeft dit allemaal met elkaar te maken, maar Henk heeft het kloppende bewijs nog niet gevonden. Dus als iemand dit wil uitzoeken in het archief..?

De archieven in

“Soms ging ik twee weken lang dagelijks naar het archief en moest ik thuis elke avond zeggen: ‘Weer niks gevonden.’ En opeens vind je tien nieuwe dingen, daar doe je het voor! Dat zijn de geluksmomenten in het archief.” En Henk kan het weten, want hij ging vaak op stap: in Leiden, Amsterdam, Haarlem, Den Haag, Edam en zelfs in Frankrijk heeft hij archieven bezocht. “Gelukkig kan je via internet nu makkelijk internationaal zoeken.”

“Goede archiefmedewerkers wijzen je de weg in archieven. Ook al verwijzen ze je naar iemand die tien jaar geleden onderzoek heeft gedaan, zo iemand kan je mooi op weg helpen met het systeem van een archief dat nieuw voor je is.” In Zaandam werken volgens Henk prettige, behulpzame mensen in het archief, blij dat te horen!

Wat levert het archiefbezoek van Henk ons op?

Henk heeft naast zijn werk als onderwijzer veel boeken geschreven op basis van archiefonderzoek, zoals Onvoltooid verleden: geschiedenis van de Zaanstreek, Effe kaike en De man onder de beer. De boeken kwamen meestal wel voort uit onderzoek dat hij deed voor schoolprojecten.

“Eind jaren ‘70 heb ik samen met Klaas Woudt een verhaal gemaakt over De man onder de beer, een schilderij dat zich nu in de vaste opstelling van het Zaans Museum bevindt. Bij het project hoorde een boekje voor leerkrachten en een boekje voor de kinderen met opdrachten en prenten. Alle scholen uit Zaanstad hebben het gebruikt! Ouderen lieten weten dat zij het Zaans juist moesten afleren, maar de kinderen in de jaren ’70 en ’80 kregen weer les over de Zaanse volkstaal.”

Bron: Gemeentearchief Zaanstad

 

Onderwijzer op de Willibrordschool

Zijn laatste boek gaat over de Bloemgracht , de straat van de Willibrordschool, waar Henk van 1973 tot 2001 voor de klas heeft gestaan. Al die oude pandjes, wie woonden daar? Vroeger was daar een tuinencomplex voor de rijken met tuinhuizen en beelden. Hij begon met dit onderzoek in 1998 en vond telkens weer nieuwe verhalen. Het resultaat is het boek Op historische gronden : de geschiedenis van een Zaandamse gracht in nationaal en internationaal perspectief, met 472 pagina’s geen kinderachtig werkje.

“Was ik met de kinderen op stap in de buurt, dan vroeg er altijd wel een leerling of ik een verhaal wilde vertellen. Verplaats je in hun leefwereld! Als ik op straat om me heen keek, zag ik overal aanknopingspunten voor verhalen. Weegbree bijvoorbeeld: volgens de indianen is dat de voetstap van de blanken, want de plant kwam uit Europa vandaan.” Dat is één van de wetenswaardigheden uit Effe kaike.

Met plezier denkt Henk terug aan het 75-jarig bestaan van de Willibrordschool in 1976. De onderwijzers gaven les zoals vroeger en er waren oud-leerlingen gevonden die er destijds als eerste op school hadden gezeten. Grappig feitje: op de gevelsteen stond 1901, maar later bleek de school al veel ouder te zijn dan 75 jaar! De school bestond al in verschillende kleine gebouwtjes. Het nieuwe gebouw dateerde uit 1901.

Eigen geschiedenis maakt de buurt trots

“De Rosmolenbuurt ging achteruit en op school kwamen er steeds meer kinderen met problemen. Foto’s van de buurt werden het middelpunt van een verbeterproject vanuit school. “Ik heb gezorgd dat er veel herkenning was voor de mensen uit de buurt. Veel leerlingen kwamen uit families die al generaties lang in dezelfde buurt woonden namelijk. In het archief heb ik historische foto’s opgezocht. Begin jaren ’80 moest ik die allemaal zelf fotograferen in het Huis der Cardinalen, om ze te kunnen gebruiken in het project.”

“Het was crisistijd, maar toch was de eerste druk van het boekje over de buurt binnen vijf dagen uitverkocht. Via de winkel ‘Voorlichting Zaanstad’ op de Peperstraat, bejaardenhuizen in de omgeving en de Willibrordschool waren ook de tweede en derde druk in korte tijd uitverkocht. Kinderen kwamen thuis met de verhalen en moeder zei: ‘Dat moet je opa vragen, want die weet daar meer van.’ Zo bracht het project de mensen uit de buurt dichter bij elkaar en hun omgeving.”

“Ik had een schoolhoofd dat mij veel ruimte gaf en ik was onderwijzer in een buurt waar ik echt iets voor de kinderen kon betekenen. Toen archeologen de Klauwershoek aan het afgraven waren voor de bouw van de bioscoop, heb ik twee jochies uit de klas meegevraagd. Lastige jongens die het thuis moeilijk hadden, maar wat hielpen ze fanatiek mee met zoeken op het landje naast de officiële opgraving! Vier meter onder straatniveau was het en we hebben flink wat scherven en resten veiliggesteld. Dat zijn de momenten die leerlingen zich hun leven lang blijven herinneren.”