Op woensdag 18 september heeft wethouder Natasja Groothuismink de tentoonstelling 'Romeinen in Krommenie' geopend. Met deze opgraving moeten de geschiedenisboeken herschreven worden, want zo noordelijk waren de Romeinen helemaal niet geweest volgens eerdere onderzoeken!

In 1964 ontdekten Zaanse amateurarcheologen een vindplaats uit de Romeinse Tijd, op de plaats waar het Provily Sportpark in Krommenie werd aangelegd. Deze bestond uit resten van een palissade met daarbinnen enkele gebouwen. Niet zo mooi vierkant als we van de Romeinen gewend waren, dus was het dan een heiligdom van de Friezen? De vindplaats kreeg de (Friese) naam ‘het Hain’. Dat deze vindplaats uit de Romeinse Tijd dateerde en veel noordelijker lag dan andere Romeinse vindplaatsen uit die tijd, maakte hem bijzonder. Meer dan vijftig jaar heeft het Hain dan ook de gemoederen in de archeologische wereld bezig gehouden.

Tot 2018: archeologenbureau Argo uit Zaandam heeft een nieuwe opgraving op deze plek uitgevoerd, in opdracht van Gemeente Zaanstad. Er moest duidelijkheid komen over wat er nu precies in Krommenie was gevonden. Een heiligdom, een vuurtoren, een militaire wachtpost? De resultaten van de laatste opgraving zijn in deze tentoonstelling te zien - en antwoord op de vraag wat het Hain nu precies was.

 

Stadsarcheoloog Piet Kleij spreekt de aanwezigen toe op de studiezaal van het Gemeentearchief. Hij geeft nog geen antwoord op de vraag, maar nodigt allen uit de tentoonstelling te gaan bekijken.

 

Wethouder Natasja Groothuismink (Monumenten en Erfgoed) spreekt de aanwezigen toe in de publiekshal. Zij heeft de opgraving van dichtbij gevolgd en is trots om de resultaten te kunnen tonen aan alle geïnteresseerden.

 

Natasja Groothuismink opent de tentoonstelling samen met Piet Buijs, opgraver van het eerste uur, want hij was er in 1964 al bij. In 2018 kwam hij regelmatig bij de opgraving kijken om de stand van zaken te bekijken.

 

Is dit nu een gezellige reünie van opgravers of worden er alweer plannen gesmeed voor een nieuwe opgraving? Volgens Piet Kleij is pas de helft van wat er daar in de bodem zit opgegraven.

 

 

Het is dringen vanmiddag, maar iedereen wil nu natuurlijk wel eens weten wat het Hain nu echt was.